Onze leefomgeving. Dat is voor de meesten het dorp, maar ook het buitengebied. Dat hoort er gewoon bij. Net zoals voor mensen die in het landelijk gebied wonen, het dorp met zijn voorzieningen erbij hoort. Het landelijk gebied heeft geen voorzieningen, maar het voorziet wel in een aantal functies. ‘Daarbuiten’ is vanouds de ruimte voor natuur en landbouw en voor de mensen die daar graag wonen. Recreatie in het landelijk gebied wordt steeds belangrijker, we willen daar graag wandelen, fietsen, joggen, enz. De concept omgevingsvisie geeft niet meteen volledige duidelijkheid, dat komt pas als de visie wordt uitgewerkt tot een omgevingsplan. Toch bevat de visie veel belangrijke zaken die de koers bepalen. We vatten ze hier samen. De werkgroep hoort graag uw mening.

De waarden van het landelijk gebied
In de Omgevingsvisie van Sterksel hebben we in Bouwsteen 19 de waarden van het hele landelijk gebied omschreven in de vorm van drie soorten waarden die we van belang achten. De belevingswaarden, de gebruikswaarden en de toekomstwaarden.

  • De belevingswaarden zijn de indrukken en gevoelens die het landschap bij je oproepen. Dat is voor iedereen verschillend. De een geniet van het landschap en de lichtval door de bomen. De ander geniet van de rust en de ruimte, of heeft vooral oog voor de natuur of het agrarische karakter van het landelijk gebied.
  • De gebruikswaarden betreffen kortgezegd de bedrijvigheid in het landelijke gebied. Dat loopt van de agrarische tot de recreatieve activiteiten. Maar ook de wegen, waterberging, bodemwarmte en zandwinning vallen daaronder.
  • Onder de toekomstwaarden van het landelijk gebied valt het herstel van de biodiversiteit en versterking van de natuur. Ook de ontwikkelingsrichting van de landbouw in bijvoorbeeld de richting van meer natuurinclusieve landbouw en (grondgebonden) kringlooplandbouw valt daaronder. Bovendien moet in de toekomst in het landelijk gebied ook ruimte gevonden worden voor de energietransitie, voor de klimaatadaptatie en ruimte voor wonen en recreatieve bedrijvigheid.

Ons idee is dat we streven naar een balans tussen de drie waarden. We beseffen echter dat we in ons landelijk gebied nooit alle waarden 100% tot hun recht kunnen laten komen. Ontwikkelingen vragen nu eenmaal ruimte, en die is beperkt. We willen daarom zoveel mogelijk combineren, bijvoorbeeld zonnepanelen op daken van stallen, op reststroken of op laagproductieve landbouwgrond. Of bijv. verticale zonnepanelen die veel minder grond in beslag nemen. Maar dan nog zullen er soms moeilijke keuzes moeten worden gemaakt. We zijn erg benieuwd naar uw kijk hierop.




Spinnenwebben en milieukaders.
In de gemeentelijke Omgevingsvisie is in hoofdstuk 6 ook aandacht voor de waarden van het landelijk gebied. Daarbij kom je zogenaamde ‘spinnenwebben’ en ‘milieumengpanelen’ tegen. In de gemeentelijke visie is hiermee een dubbel systeem gehanteerd om voor alle dorpen en gebieden de omgevingswaarden aan te geven door middel van:

  • de ambities, zoals bijvoorbeeld ‘landschappelijke kwaliteiten’ en ‘gezonde & veilige leefomgeving’. Die worden inzichtelijk gemaakt door middel van spinnenwebben waarin staat hoe zwaar een bepaalde ambitie weegt.
  • het milieumengpaneel: daarin kunnen bepaalde aspecten van die ambities, zoals bijvoorbeeld de uitstoot van ‘geur’ en ‘geluid’, naar onder of naar boven bijgesteld worden.
Er is in dit dubbele systeem nog niet vastgelegd welke maatstaf zal worden gehanteerd; zowel de ambities als de waarden in het milieumengpaneel zijn relatief. Dat wil zeggen ze zijn groter of kleiner dan het gemiddelde. Een voorbeeld: we accepteren dat op een industrieterrein meer geluid is dan in de natuur. Dat is logisch. Maar dat zegt nog niets over de criteria die daarbij gehanteerd worden. Bovendien kan de gemeente ook weer van die spinnenwebben en milieumengpanelen afwijken.

Geen duidelijkheid
Volgens de werkgroep maken deze spinnenwebben en mengpanelen niet echt duidelijk welke criteria de gemeente wil gaan hanteren. Gelukkig wordt gesteld dat het bij keuzes gaat om de meerwaarde en de duurzame kwaliteit van een gebied en de meerwaarde voor de gezondheid en het welbevinden van de inwoners. Dat vraagt volgens de opstellers van deze visie om een andere werk- en denkwijze van onze gemeente. De werkgroep had graag gezien dat daar al een begin mee was gemaakt in deze Omgevingsvisie.



Agrarische activiteiten
In de tekst bij de spinnenwebben en mengpanelen is er wel aandacht voor het zoeken naar de balans tussen bescherming en benutting van het landelijk gebied. Zo wordt het belang van de transitie in de richting van een meer natuurinclusieve en, bij voorkeur, grondgebonden kringlooplandbouw voorop gesteld. Daarmee sluit de gemeente aan bij het landbouwbeleid van het Rijk. Er wordt een ontwikkelingsrichting voor de landbouw geschetst met daarbij een serie waarden. Het gaat dan bijvoorbeeld om bijdragen aan een gezonde leefomgeving en vermindering van emissies. Daarnaast verwacht men van de landbouw ook een bijdrage aan versterking van natuur, landschap en biodiversiteit. Voor bestaande bedrijven wil men deze ontwikkelingen stimuleren, voor nieuwbouw en uitbreidingsplannen vormt het bijdragen aan deze waarden zelfs een voorwaarde. Alles bij elkaar heeft dat veel invloed op de toekomstige bedrijfsvoering van agrariërs. De gemeente wil agrariërs daarom ook ruimte bieden voor andere mogelijkheden en verdienmodellen, van recreatie tot energieopwekking en nieuwe woonvormen. Dat geldt ook voor boeren die willen stoppen met hun bedrijf.

Natuurgebieden en beekdalen
Naast agrarische activiteiten zijn er in het landelijk gebied ook natuurgebieden en beekdalen. Men wil hier de achteruitgang van de natuur omzetten in herstel en versterking. Het opvangen en vasthouden van regenwater is een van de belangrijke prioriteiten om de kwaliteit van het watersysteem te verbeteren en een bijdrage te leveren aan de klimaatadaptatie. De recreatie in natuurgebieden en beekdalen wil men zo aansturen dat recreanten elkaar niet belemmeren en dat kwetsbare natuur wordt ontzien.



Uw reactie
U kunt uw antwoorden op de aandachtspunten 5.1 t/m 5.3 mailen naar omgevingsvisie@sterksel.nu. Voor wat betreft de gemeentelijke Omgevingsvisie kunt u uw bezwaren of verbetervoorstellen uiterlijk tot 2 december 2022 mailen naar r.lavrijsen@heeze-leende.nl. Stuur a.u.b. een kopie naar omgevingsvisie@sterksel.nu. Dan kunnen wij in ons overleg met de gemeente het belang van uw inbreng onderstrepen. Als u verbetervoorstellen hebt voor de Omgevingsvisie van Sterksel of als u een vraag hebt of een tip voor ons, kunt u dat ook via dat laatste mailadres laten weten.

Namens de Werkgroep Omgeving | Energie| Milieu van de Dorpsraad Sterksel,
Toine Leemans, vz.                                                  Frank van den Dungen, sec.


Zie ook de overige artikelen en vraagstellingen over de Omgevingsvisie op  https://sterksel.nu/sterksel/h/2680/0/0/Omgeving---Energie---Milieu