Langs de brug in de Jan Pieter Heyestraat

Toevallig keek ik  over de reling… als je met pensioen bent heb je soms niets beters te doen dan over de rand van een brug te kijken in plaats van er gewoon langs te lopen. Ik keek dus en werd getroffen door dit boompje dat zo zichtbaar moeite had gehad om ook zijn plekje op deze aarde te vinden. De bouw van de brug is robuust en met zware stenen. De stevige reling is nog maar kort geleden geverfd en drukt op die manier samen met de massieve stenen de dominantie van  de mens uit. En het boompje, ach het boompje ziet er zo fragiel uit. Ik liep er weemoedig wat dichter naar toe.


Je zou het ook zo kunnen zien, besefte ik toen ik wat langer keek, dat zelfs in zo’n versteend gebied als ons Stadsdorp de wilde natuur nog kansen ziet. Dit is toch wat anders dan de gedomesticeerde natuur in de vorm van bomen langs de weg en de planten in gevel- en achtertuin. Die mogen alleen maar groeien onder heerschappij van de mens die uitkiest wat kruid en onkruid is. Dit boompje in de kademuur gaat krachtig zijn eigen gang, hoe iel hij er ook uitziet. Mijn weemoed ging over in bewondering. In het voorjaar groeien er weer blaadjes aan het boompje en gaat die lekker met zijn wortels de kier tussen de stenen verder oprekken om meer ruimte voor zichzelf te creëren. Maar niet wetend wat wij weten: dit zal zijn lot beslechten. Als de stenen losgewrikt dreigen te worden, zal de gemeente  het boompje uit de muur lostrekken.  Het zal voortijdig zijn einde vinden in de vuilverbranding. Dat is het leven in de stad: zelfs als de wilde natuur wrikt, is het de mens die beschikt. Mijn weemoed nam het weer over.

En die mens, althans deze mens, kijkt nog even verder op de foto en ziet verderop in de bocht van de walmuur een grote steen gemetseld met het jaartal, 1937, van de bouw van deze brug. Ik ben speciaal op een later moment teruggegaan om dat jaartal groter te fotograferen. Voor mijn ondeskundig oog ziet die walmuur, zag ik op de nieuwe foto, er best oud uit met hier geen boompje maar wel iets groens. Zijn het mossen? Moet ook deze muur net als vele andere Amsterdamse kademuren gerenoveerd worden? Dan moeten de mossen en de boompjes weer helemaal opnieuw beginnen een plekje te vinden op vers gemetselde bakstenen met voegen waarin alleen nog maar microscopische gaatjes zitten. Eén ding is zeker constateer ik met genoegen: de wilde natuur zal er onvermoeibaar mee aan de slag gaan om zich ook hier weer  te nestelen. Mijn weemoed is weer helemaal weg.

Gijs Kalsbeek