De stille revolutie die ik in mijn vorige bijdrage beschreef voor de Tollensstraat, strekt zich ook uit tot de Kinkerstraat. Het Stadsdeel heeft meer ruimte gecreëerd voor fietsparkeren. Het revolutionaire zit er in dat dit ten koste is gegaan van autoparkeerplaatsen. Uiteindelijk gaat het maar om enkele parkeerplaatsen, het is dan ook maar een revolutie met een kleine “r”. Meestal stelt gemeentewerken ingrepen in de infrastructuur van de openbare ruimte uit tot groot onderhoud nodig is. Maar heel slim hebben ze vaart gemaakt door een  stalen plankier neer te leggen ter grote van een parkeerplek. Hoeft er niet gegraven te worden om de stoep te verhogen. En de nietjes zitten gelijk al aan dat frame vast.


Natuurlijk gaat dit samen met een masterplan (met kleine “m”) om de overlast van geparkeerde fietsen in de Kinkerstraat te verminderen. Er is een gebied afgebakend waar je alleen in de rekken mag parkeren. In de winkelgalerij gaf dat een heerlijke ruimte, zag ik, en nam een foto. Ik draaide me om en zag dat het nog steeds ook anders kan, en nam ook daar een foto van. Ik neem aan dat net als bij de Tollensstraat handhaving nodig was om het gewenste effect te krijgen, dit ook voor de Kinkerstraat geldt. En waarschijnlijk is ook gewenning nodig.


In de Jan Pieter Heyestraat is bij de hoek met de KInkerstraat ook extra ruimte gemaakt voor de fiets. De taxi’s die daar stonden te wachten op een rit zijn naar de overkant gestuurd en hun voormalige parkeerplaats aan de zijde van de HEMA is bij de stoep getrokken en staat nu vol met geparkeerde fietsen. Ook weer een ingreep met eenvoudige middelen. Het blijft natuurlijk woekeren met de verdeling van de openbare ruimte. Want als voetganger moet je nu spitsroeden lopen tussen die twee hagen van geparkeerde fietsen zonder omver gereden te worden door voortjakkerende fietsers die daar ook door heen moeten. Het Stadsdeel moet de revolutie voortzetten en nog meer ruimte maken voor fietsers en voetgangers.

Gijs Kalsbeek