Jacob van Lennepkade 207

Jacob van Lennepkade 207 *1

Ondertussen zijn we bij de voormalige Bedden en Matrassen Makerij aangekomen, waar op begane grond nu een kunstenares haar atelier voor en woning achter heeft.

In 1938 was het bedrijf opgericht. De balen kapok werden per schuit over het  Jacob van Lennepkanaal aangevoerd. In het portiek van nummer 209, wat binnendoor bij nummer 207 hoorde, werden de balen opgeslagen in stapels tot aan het plafond en vastgezet met een touw en een grote steen daaraan vast. In de werkplaats stond een grote machine met een soort vlegels die de balen op elkaar geperste kapok stuk sloeg zodat er een fijn verdeeld  kapok ontstond dat verder verwerkt kon worden. Een krijnmachine trok de strengen alpgras los tot fijne vezels. Dan rook het altijd zo heerlijk naar de bergen. Er  waren ook open hokken met voorraden wol, watten,  kippen- en ganzenveren. Er werd naar de normen van nu gewerkt onder onvoorstelbaar stoffige arbeidsomstandigheden.

Toen de zaak uitbreidde kwam er een aparte winkel een paar panden verderop, op 201. Ook zonder winkel lijkt voor het moderne oog de werkplaats op 207 bijzonder klein voor zo’n bedrijf.

Links ernaast op nr 205 was de winkel in religieuze benodigdheden van de dames Kragtwijk. Als je een rozenkrans kwam uitzoeken ging er een grote la open (ik zie zo lange la van de huidige apotheek voor me, die uiteraard niet van hout maar van staal is, maar de associatie is treffend: waar verwacht je je heil van, van boven of van beneden). Wim belt aan en kletst zich bij de Lupacompany  op 205 naar binnen. We mogen even de tuin in om van daar uit naar nr. 207 te kijken. Ja, die hoge muur die er nog steeds staat, die scheidde de tuin van de werkplaats af van het terrein van het klooster en de Vincentiuskerk; dat terrein was zo geheimzinnig, omdat je daar niet mocht komen.

Weer buiten op straat word ik getroffen door hoe mooi het winkelraam en omlijsting van de Lupacompany op 205 er uit zien. Het valt buiten het thema van dit verhaal, maar wel onder het algemene thema van mijn stukjes, namelijk hoe schoon de bebouwing van onze buurt oogt en dus permitteer ik mezelf nog een foto van die etalage op te nemen. Kijk vooral naar de brede rand boven de winkelruit, adem in en kijk, adem uit en kijk nog een keer en geniet.

Jacob van Lennepkade 205

Jacob van Lennepkade 205

Wim herinnert zich van zijn vroege jeugd de paard en wagen die voorreed. En daarna de bakfiets en weer later de Fordson, waarmee de bedden bij de klanten bezorgd werden. Nog weer later kwam de aanvoer niet meer per schip maar met de vrachtauto. Na 1975 werd de werkplaats minder een bedrijf en  meer een hobbyplek. In 1985 werd het bedrijf uiteindelijk opgedoekt.

Om meer over de geschiedenis van het bedrijf te weten te komen speurt Wim bijvoorbeeld de registers van de Kamer van Koophandel door. Dat valt niet mee als het over zo lang geleden gaat. Zo googelde hij maar weer eens “Jacob van Lennepkade 207” en trof mijn eerder genoemde artikel aan over de Weerdt’s Bedden en Matrassen Makerij en nam zoals beschreven in de vorige aflevering contact met me op.

We lopen nog een stukje verder over de kade. Hij wijst me op nr. 187, de voormalige kolenhandel. Hij vond de mannen die van de dekschuiten zakken kolen naar het pakhuis sjouwden zo stoer. Nu wordt zulk zwaar, vies, stoffig, ongeschoold en ongezond werk alleen nog door mensen in arme streken van arme landen verricht. In rijke landen hebben machines dit werk overgenomen. Verderop aan de kade heb ik lang geleden ook nog in zo’n pakhuis gewoond waar vroeger meel opgeslagen was geweest. Het meelstof kwam bij een feestje van de bovenburen van tussen de planken mijn etage in gedwarreld en legde een fijn meelstof over alles. Het pakhuis is ook al weer lang geleden gesloopt. Een beetje melancholiek loop ik naar huis terug.

*1 In nieuwsbrief 31 van juni 2017 heb ik over de namen van allerlei voormalige bedrijven geschreven die nog op gevels te zien zijn.

Gijs Kalsbeek
29-10-2018