Annemiek heeft één hele bladzijde uit het boek uitgekozen, waarin via zijn hoofdpersoon Pfeijffer uiteenzet waarom hij denkt zeker te weten dat hij alleen in Europa kan leven. Zij heeft de twee volle zinnen, waaruit die bladzijde bestaat opgeknipt in stukjes. Die stukjes bespreken wij met elkaar: hoe denken wij er zelf over.
Drie van de acht bezoekers hebben het boek ook gelezen en illustreren er af en toe uit. We roemen Pfeiffer om zijn bloemrijke en scherpzinnige taal en gaan na wat Europa zo anders maakt dan andere delen van de wereld. De meesten van ons voelen zich Nederlands en niet Europees. Ondergetekende voelde zich meermaals wel Europees als zij in het Midden Oosten was of verkeerde in gezelschap van mensen die daar hun wortels hebben liggen. Zo komen we op: wat bepaalt iemands identiteit?
Europa is een experiment; dat was ik ondertussen wel vergeten. Er zijn zo veel oorlogen aan vooraf gegaan en “Europa” worden is een uitermate gecompliceerd proces waarin communiceren een sleutelrol speelt. Wij ervoeren die middag hoe dat op micro niveau niet altijd mee valt, laat staan op landen niveau.
Gijs vindt dat de tweede zin even goed het Ottomaanse Rijk beschrijft, waarin de heerser zelf niet veel in te brengen had en dat zijn voortbestaan had te danken aan hoeveel de delen zelf konden regelen.
Pfeijffer noemt als voorbeeld de toren van Milaan, waarvan de bouw 400 jaar duurde, en ook het Ottomaanse Rijk duurde 400 jaar. Je zou kunnen zeggen: er is nog hoop, maar ook: niets is blijvend in onze wereld.
Lena
Klik hier voor de info over de lezing.