Verslag lezing 9 oktober in de huiskamer: 

De WHO en Ingrid

In de huiskamer van dinsdag 9 oktober vertelde Ingrid over de World Health Organization (WHO) en haar ervaringen met haar werk voor die organisatie en andere waarvoor zij werkzaam was. Als jong verpleegkundige en verloskundige werkte zij o.a bij Artsen zonder Grenzen, het internationale Rode Kruis en WHO. Overal in de wereld heeft ze in conflict- en rampgebieden gewerkt als disaster zone verpleegkundige. Dit betekende soms dat tussen het 1 ste telefoontje, de briefing en het daadwerkelijke vertrek maar een tijdbestek van 2 dagen zat. Je kreeg vaak onvoldoende middelen zoals handschoenen mee. Het werk was erg afwisselend. Van het amputeren van benen in oorlogszones tot het redden van mensen die onder het puin lagen bij aardbevingen. Een indrukwekkende ervaring was de babylift. Dit was het evacueren van jonge Vietnamees-Amerikaanse kinderen uit Vietnam tijdens het laatste jaar van de oorlog met Amerika om te voorkomen dat zij vermoord werden. Bij uitbraak van ziekten en rampsituaties is het soms moeilijk te verteren dat veel ontwikkelingslanden soms achteloos zijn tegenover hun eigen (arme) zieke landgenoten. Uitleg over de taak van de WHO werd hierbij gegeven.

Haar persoonlijke verhalen trokken de meeste aandacht. Over de WHO kwamen we nog te weten dat hun belangrijkste taak is om wereldwijde standaarden (gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek) voor gezondheidszorg op te stellen. Ook in Nederland hebben we nog wat te leren. Bijvoorbeeld patiënt en familie geïntegreerde zorg is zeker nog geen gemeengoed en stuit bij zorgprofessionals nogal eens op weerstand. Dit terwijl bewezen is dat deze vorm van zorg beter en goedkoper is voor de patiënt en zijn familie. De uitdaging voor de WHO is het werven van professionals om de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden te kunnen waarborgen. In de hele wereld is een tekort is aan medisch en verpleegkundig personeel. De rijke wereldlanden maken dit probleem in arme landen nog groter door bij tekorten in eigen land, gezondheidszorg professionals uit die landen te werven.

 

Ook in de discussie merkte je voortdurend hoe iedereen worstelde met een gevoel van onrechtvaardigheid over hoe het werkt in de wereld en tegelijkertijd met het gevoel dat je daar niet veel mee opschiet. Dat was misschien wel het krachtigste element van het verhaal van Ingrid over haar leven en over de WHO: aan de slag gaan en hulp verlenen, doen wat je kunt, hoeveel er ook is waar je niets aan doen kunt. Als luisteraar kun je alleen maar heel bescheiden luisteren.

 

Overigens heeft Ingrid nog veel meer gedaan, onder andere voor moeder/kind zorg. Daar zal ze een volgende keer vast meer over vertellen.

 

Gijs Kalsbeek