Enkele punten/opmerkingen over “Hongerjaren” die we tijdens onze bijeenkomst op 19 maart hebben uitgewisseld:
- De autobiografische roman leest als een tierelier/ korte zinnen/ fris verteld/ geen literatuur/ ’t geweld roept weerzin op bij het lezen/ verrassend dat er soms toch tederheid in het verhaal te vinden is, dat het soms zelfs ontroert.
- Weinig reflectie (vooral t.a.v. de mishandelde en onderdrukte vrouwen). Ook al is het boek een terugblik van Choukri op zijn jeugdjaren (minstens twintig jaar erna geschreven), reflectie ontbreekt.
- Bildungsroman, de “Bildung” ten koste van de vrouwen. Gebruikte Choukri literaire conventies die in de vorige eeuw opgang deden in een Bildungsroman? De hulp die komt opdagen in de vorm van een oudere kennis, die de “ik” kansen biedt? Zie het einde van ‘Hongerjaren’.
- Zoeken van verbondenheid/ kameraadschap valt op tussen het geweld op iedere bladzij
- Door het lezen van dit boek: meer begrip voor Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Besef van onze eigen luxe-bubbel waarin we maar mondjesmaat met Marokkanen in contact komen.
- Sommigen herkenden de rauwe wereld uit het boek, van het reizen door Marokko
- De letterlijk vertaalde titel uit het Marokkaans is: Naakt brood. Bij de Nederlandse titel “Hongerjaren” wordt ook gedacht aan honger naar liefde, seks en kennis, naast die verschrikkelijke honger naar voedsel
- Het boek verwijst heel summier naar de kolonialisering van Marokko door de Fransen, via de bloedige scènes op “Onheilsdag”. Waarom De Riffijnen het zo moeilijk hebben, wat hun aandeel in de geschiedenis is, komt in het boek eigenlijk niet aan bod. Remy heeft er in heel kort bestek iets over verteld. Zij zijn de oorspronkelijke bewoners die verdreven zijn uit hun eigen gebieden door de Arabieren, later door de Spanjaarden en de Fransen.
- “Hongerjaren” maakt deel uit van de Berber Bibliotheek, waarin ook “Gezichten” van Choukri is opgenomen.
- Goed vertaald door Lourina de Voogd
Marre