Arthur Japin (2022) Wat stilte wil

Verdreven uit hun riante stadsvilla op de hoek van Westeinde en Witsenkade door de kwalijke dampen van de Heineken brouwerij en de toenemende drukte van de Pijp in aanbouw, heeft de familie Witsen de wijk genomen naar een landgoed in de Lage Vuursche. Rustiger en meer ‘op stand’, maar voor zijn beide nog ongetrouwde dochters met minder kansen om in contact te komen met mogelijke huwelijkskandidaten.

Coby, de oudste krijgt uiteindelijk toch een aanzoek, maar wel van een weduwnaar die dringend een tweede moeder zoekt voor zijn zes jonge kinderen. Haar jongere zuster Anna lijkt alleen geïnteresseerd in haar verdere ontwikkeling in de zangkunst. Ook hier staat echter papa’s standsbewustzijn in de weg; hij verbiedt haar een studie aan het conservatorium, maar versterkt daardoor alleen maar haar muzikale ambities en heimelijke passie voor dirigent en componist Julius Röntgen.

Als ervaren romanlezer vermoed je eigenlijk al vanaf het begin dat het niet goed zal aflopen met Anna en dat het onheilspellend donkere water van de vijver voor het huis – veel ouder dan het huis zelf - er een rol in zal spelen. Maar met een bekwaam gedoseerde mix van gegevens over het leven van de ‘echte’ Anna en over de beginjaren van de Tachtigers, waarin haar broer, de schilder Willem een belangrijke rol speelde, weet Japin de lezer toch tot het einde in spanning te houden.

Het boek werd uitgebracht bij de viering van zijn 25 jarig schrijversjubileum en kreeg mede daardoor veel publiciteit. Of het daarmee ook tot zijn beste boeken hoort? Daarover bleven de meningen verdeeld. Vast staat in elk geval dat het boek ‘leest als een trein’ en dat Japin het verhaal mooi gestoffeerd heeft met bekende en minder bekende locaties in negentiende-eeuws Amsterdam en een aantal prachtige citaten uit het werk van Gorter, Verwey en Kloos.  

Ina